Een kentekenbewijs ter grootte van een bankpas? Ja zeker.
Vroeger, in het verre verleden van 2014 moest je als je je auto wilde verkopen een compleet papieren kentekenbewijs hebben. Dit bestond uit een deel 1A, een deel 1B en 2. De verkoper kreeg een RDW-vrijwaringsbewijs en de auto kwam op de naam van de nieuwe eigenaar te staan. Tegenwoordig gaat het iets anders. Als je je auto verkoopt aan een autobedrijf dat erkend is door de RDW, dan neemt dit bedrijf het kentekenbewijs en geeft jou een vrijwaring. Particulieren moeten dit regelen bij een kentekenloket wat door PostNL wordt gedraaid of via de RDW-balie.
Leuk zo’n kentekencard, maar hoe werkt het precies?
Vroeger was een kentekenbewijs nog een papieren document, tegenwoordig kan het veel gemakkelijker in een klein pasje niet veel groter dan je bankpas of misschien de betere vergelijking je rijbewijs. De kaart past makkelijk in je portemonnee en is daardoor erg gebruiksvriendelijk. Daarnaast gaat deze kaart ook nog eens fraude tegen omdat hij veel moeilijker is om te vervalsen. Bij de verkoop krijgt de koper op het kentekenloket of de balie van de RDW het eerste deel van de nieuwe tenaamstellingscode. De rest, het tweede deel en de kentekencard krijgt hij of zij thuisgestuurd. Als verkoper ontvang je de vrijwaring en je oude kentekencard doorgeknipt.
Maar ik heb nog een papieren document, is dit erg?
Heb je nog een papieren kentekenbewijs? Dat is geen probleem. Zodra jij een andere auto aanschaft krijg je hier een kentekencard bij, of als je je kentekenbewijs gaat vervangen. Dit kost je dan €32,60. Op deze manier wordt het papieren kentekenbewijs langzaam uitgefaseerd. Het is wel een stuk gemakkelijker om niet steeds naar een lading documenten te hoeven zoeken, nu kun je je kentekenbewijs gewoon in je portemonnee stoppen en hem net zo makkelijk tevoorschijn halen als je identiteitsbewijs of je rijbewijs. Wat vindt jij? Heb je liever de oudere papieren of vindt je dit een goede innovatie?